Onze school

De voorzitter Mark Verhasselt en de verantwoordelijke uitgever Hugo De Vreese geven de toelating om het artikel hieronder te gebruiken mits bronvermelding. Het komt uit het periodiek tijdschrift van de Geschied- en Heemkundige Kring ‘Sint-Achtenberg’.

De oprichting van het Sint-Albertusinstituut (1)

Vóór de tweede wereldoorlog werden de jongens van Sint-Agatha-Berchem bij gebrek aan een eigen school opgevangen door de Sint-Jozef meisjesschool van het eerste tot het derde leerjaar. Daarna moesten ze overstappen naar de plaatselijke gemeentelijke jongensschool ofwel moesten ze buiten de gemeente schoollopen. Er was dus een reële nood aan een vrije lagere school voor jongens.
De oprichting van een nieuwe school stelde natuurlijk een zwaar financieel probleem. De wetgeving in ons land bepaalt dat iedereen vrij een school mag oprichten op voorwaarde dat men ook de financiële lasten draagt. Subsidiëring is van latere datum. Praktisch kwam het erop neer dat alle bouwkosten ten laste van de inrichter waren. Ook moest men zorgen voor alle benodigdheden, de verwarming, de verlichting, de borden, de schoolbanken en het onderhoud. De parochie had reeds de financiële last van de Sint-Jozefsschool. Het jaar 1939 betekende een keerpunt: er was een eerste teken van hoop. De familie Charles Lambrecht, eigenaar sinds 1935 van de percelen 87 c5 en 87 c3 sectie B aan de Gentsesteenweg, stelde deze gronden ter beschikking van de parochie. Ze waren ideaal gelegen in het centrum van de gemeente en gaven ook op de Openveldstraat uit. Voor een op te richten school was deze grondoppervlakte uitermate geschikt. Voorheen huurde vliegenier Lanser dit landgoed waarop het kasteel Bosquet stond.  Het opmaken van de bouwplannen kon beginnen. De wereldoorlog verlamde echter de start. Het echtpaar Lambrecht ondertekende op 29 juni 1944 de overdracht van 25 are grond aan de Broeders van de Christelijke Scholen en stelden een som met een nominale waarde van twee miljoen BEF ter beschikking. Indien de congregatie de bouw van de school niet kon realiseren of de school moest verlaten, werd de totale gift aan A.S.B.L. Notre Dame de Laeken, Molenbeekstraat 122 te Laken overgemaakt. (1)

schoolart1

De villa Bosquet op het landgoed van de familie Lambrecht, waar uiteindelijk het Sint-Albertusinstituut kwam te staan.

Op 23 april 1947 werd priester Eduard Franckx tot pastoor van de Sint-Agathaparochie benoemd. Kardinaal Van Roey gaf hem tevens de opdracht om de jongensschool in samenwerking met de Broeders der Christelijke Scholen op te richten. Het eerste schoolcomité was samengesteld uit mevr. Lambrecht, dhr. Joseph Stultjens, dhr. Joseph De Keyser, dhr. Léon Nelis, dhr. Joseph Gillain, later ook dhr. Couteur en dhr. De Brouwere. De eerste plannen werden door architect Schepens opgevist en herzien. Bij de voorlopige kostenraming was het startkapitaal van1939 ontoereikend. Pastoor Franckx schuimde zoveel mogelijk parochies ten lande af, zelfs tot in Grand-Halleux. Dit Ardens dorpje werd tijdens de slag van de Ardennen in 1944 verwoest. Het verbroederde met Sint-Agatha-Berchem en werd door de gemeente gesteund. Hij ging bovendien aankloppen bij zijn parochianen die anoniem sommen geld ter beschikking stelden. Naast de jaarlijkse fancy-fair werd eveneens elke eerste zondag van de maand tijdens alle missen een collecte ten voordele van de parochiale scholen gehouden. Ook mevrouw Lambrecht en het provinciaal economaat van de Broeders der Christelijke Scholen sprongen met belangrijke sommen ter financiering van de bouwwerken bij. In 1949 werd de eerste steen gelegd met als streefdatum 1 september 1951. Daar dit moeilijk haalbaar was, kregen de klaslokalen en de speelplaats voorrang.  De heer Charles Lambrecht overleed op 21 februari 1950 en zou de ingebruikname van de gebouwen op 4 september 1951 niet meer bijwonen. Als patroonheilige voor de jongensschool werd Sint-Albertus van Luik gekozen daar de relieken van deze heilige, onder het hoofdaltaar van de basiliek van Koekelberg rusten.(1)

Bronnen
1. Documenten Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Achtenberg, archivaris Roland Vermeiren, afkomstig uit het Archief van de Broeders der Christelijke Scholen, thans ondergebracht in KADOC-KU Leuven, Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving.
2. Historiek der vrije scholen te Sint-Agatha-Berchem, Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Achtenberg, samenvatting door Albert Heyvaert.
3. Brochure, Het Sint-Albertusinstituut, 25 jaar jong, Viering vrijdag 18 juni 1976, Frère Raymond, Walter Beke, Br. Christiaan.
4. Brochure Opendeurdag 2 december 1995, Jan Timmermans, Zuster Marita
5. Mondelinge bronnen: Guido Alaerts leerling 1952-1955, Roland Vermeiren leerling 1952-1958, Georges Bogaerts leerling 1951-1958, Walter Beke onderwijzer 1951-1970 en schoolhoofd 1970-1988.
6. Stamregister der leerlingen, Gentsesteenweg 1163, 1080 Sint-Agatha-Berchem,vanaf 8 juli 1978 Bloemkwekersstraat 123, 1082 Sint-Agatha-Berchem, 1951-1997.
7. De groei en de bloei van het Sint-Albertinstituut, Sint-Agatha-Berchem, Geïllustreerd  driedelig fotoalbum, broeder Christiaan (Lucien Remels), 1951-1959, 1960-1965 en  1965-1968.

(wordt vervolgd)

Guido Alaerts

———————————————————————————————————————————Het stuk hieronder liet ik de vorige keer al verschijnen en zullen wel gegevens instaan van hierboven.
De Broeders van de christelijke Scholen

De Heilige Johannes-Baptista de La Salle (1651-1719) was kanunnik van de kathedraal te Reims, zijn geboortestad. ln 1679 opende hij zijn eerste school opdat de kansarme kinderen niet verloren zouden gaan voor de kerk en voor de maatschappij.
Hij organiseerde op een degelijke wijze het leven van zijn eerste meesters. Hij groepeerde ze in een religieuze gemeenschap : ‘De Broeders van de Christelijke Scholen’. De La Salle inspireert zijn broeders met het principe : ‘Gij zijt verplicht alle kinderen die U worden toevertrouwd te onderrichten; dus moet gij hen allen een zeer bijzondere genegenheid toedragen’. ‘ Tijdens zijn leven  heeft hijzelf verschillende types van opvoedingsinstituten georganiseerd; lagere scholen, normaalscholen, internaten, beroepsscholen, zelfs opvangtehuizen voor delinquenten. Hij schreef eenvormige gedragsregels uit voor alle leerlingen, ook al kwamen zij uit sociaal en intellectueel verschillende milieus.
Omwille van zijn bijdrage tot de christelijke opvoeding werd hij door Pius Xll in 1950 uitgeroepen tot ‘Patroon van alle Opvoeders, zowel mannen als vrouwen’. De Kerk viert zijn feestdag op 7 april. Op dit ogenblik ontvangen leerlingen, scholieren en studenten over de ganse wereld een opvoeding in lasalliaanse scholen. Hun opvoeders blijven doordrongen van de geest die groeide uit het lasalliaans erfgoed en met zijn allen die zich in hun scholen toewijden aan de opvoeding van de jeugd, vormen zij samen één grote Lasalliaanse Familie.  Kenmerkend voor lasalliaanse scholen zijn volgens hun Algemene Overste Broeder John Johnston :

O aan het kind gewijde aandacht,
O speciale verbondenheid met economisch zwakken,
O bevordering van rechtvaardigheid en vrede,
O kwaliteitsopvoeding nastreven,
O creatieve en aangepaste opvoedingsmethoden,
O dynamische pastorale dienst en godsdienstonderricht,
O bekwame leerkrachten, vol geloof en ijver,
O samen in onderlinge verbondenheid.                                                                             Br. Raymond.

DE SINT-ALBERTUSSCHOOL

Vóór 1939 werd in Sint-Agatha-Berchem reeds gedacht aan een katholieke jongensschool maar de parochie had nog de financiële last van de Sint-Jozefsschool te dragen. Dat jaar betekende toch het keerpunt. De familie Charles Lambrecht stelde het terrein aan de Gentsesteenweg ter beschikking. Zij bezorgde eveneens het beginkapitaal. De oorlog verlamde de start. ln 1948 stelde Monseigneur Van Roey Eerwaarde Heer FRANCKX Edouard aan tot pastoor van onze Sint-Agathaparochie. Naast zijn pastoorstaak kreeg hij de ‘verplichte bijtaak’ om samen met de Broeders van de Christelijke Scholen, zich onmiddellijk in te zetten voor de oprichting van een jongensschool. Het startkapitaal van 1939 was nu ontoereikend en E. H. Franckx trok op bedeltocht doorheen gans België, zelfs tot in Grand-Halleux, het Ardens dorpje dat sinds 1945 verbroederd was met Berchem. ` Het was haast een onmenselijke opdracht maar de moedige E. H. Franckx hield vol.  Vanaf 1947 kreeg hij de steun van een feestcomité dat op 29 sept. een fancy-fair organiseerde ten voordele van Pater Albert De Keyser, missionaris in Kongo.Het is een ganse lijst van mensen die ‘meewerkten en velen onder hen  zullen met blij hart terugdenken aan dat enthousiasme en het succes. Naast de jaarlijkse fancy-fair werd eveneens elke eerste zondag van de maand tijdens alle missen een collecte gehouden ten voordele van de parochiale scholen. E. H. Franckx ging bovendien nog aankloppen bij zijn parochianen en talrijk waren de personen die anoniem bijdroegen in het beginkapitaal. ln 1949 gebeurde het: DE EERSTESTEENLEGGING VAN DE SINT-ALBERTUSSCHOOL.

1 september 1951 _’ Gezeten : Br. Livinus, Br. Dir. Louis, Br. Laurent, Staande : Br.Christiaan, Dhr. Beke Walter.

Voor het eerste schooljaar in 1951 werden door E. Broeder Provinciaal Filip volgende broeders aangesteld: broeder Louis als directeur, verder de broeders Laurens, Christiaan en Livinus. De
inschrijvingen waren onverwacht zo overweldigend dat de school op 3 sept. 1951 startte met 100 leerlingen. Er waren 4 onderwijzers. De eerste drie genoemde broeders en een eerste leek : Walter Beke.
Op 16 sept. van dat jaar kon de parochie met fierheid overgaan tot de inzegening van de school door
Monseigneur Van den Eynde.
ln 1953 was er de voltooiing van de zaal.

En dat er feesten waren :

O een schoolteest door de leerlingen,
O een Nederlands- en Franstalige toneelgroep,
O een mosselkermis in september,
O een pensenkermis in november,
O een kippenkermis met Kerstmis,
O concerten met de medewerking van de Koninklijke Fanfare ‘De Werkmansvrienden’,
O filmvoorstellingen,
O autoral|y’s,
0  …

Zo kon steen na steen worden afbetaald.

Het schoolpact van 1958 verlichtte in grote mate de financiële last van de parochie en van het comité. Vanaf nu werd er een staatssubsidie uitbetaald per leerling voor schoolboeken, verwarming en andere werkingstoelagen. Er werd door staatsambtenaren nauwlettend toegekeken of er geen bouwkosten werden ingeschreven. ln 1960 begonnen de eerste uitbreidingswerken. Er werd een verdieping met 5 klassen opgetrokken op de bestaande klassen. Opnieuw bijkomende financiële
lasten voor pastoor Franckx. . . ln 1967 ging de onvolprezen bouwheer en bezieler, E. H. Franckx, met pensioen en na gedurende 19 jaar het beste van zichzelf gegeven te hebben kon hij met fierheid het Sint-Albertusinstituut onbelast overdragen aan zijn opvolger E. H. A. Lindemans.
Zo was eveneens de zware taak van het Schoolcomité tot een goed eind gebracht. ln 1970 werd gestart met ‘DE VRlENDENKRING’.    (tekst naar de hand van Jan Timmermans)

5 gedachtes over “Onze school

  1. Johan Leon

    Leuk om dit te lezen en sommige namen te herkennen. Ik Heb nog les gehad van Broeder Christiaan (eerste leerjaar). Het jaar daarna ging hij op pensioen en kwam Juffrouw Sonja in de klas staan.. Walter Beke was toen al directeur!

  2. Aylin

    Het is altijd leuk geschiedenis te kennen en bovendien ben ik aangenam verrast. Ik ken Dhr. Beke en zie hem regelmatig. Het was leuk om zijn foto te zien. Ik ga hem erover vertellen 🙂

Plaats een reactie